Oude berichten

Wijzigingen over bodemkwaliteitskaarten in Regeling bodemkwaliteit per 1 januari 2016

14 december 2015

In de Staatscourant van 26 november 2015 is een wijziging van de Regeling bodemkwaliteit gepubliceerd. Deze treedt in werking per 1 januari 2016.

De wijziging heeft onder andere betrekking op bodemkwaliteitskaarten:

Het eerste punt heeft geen consequenties voor de bodemkwaliteitskaarten die door Marmos Bodemmanagement zijn opgesteld.
Het tweede punt heeft wel consequenties voor de opdrachtgevers van Marmos Bodemmanagement: zij moeten eerder in actie komen dan voorzien.


Het minimum aantal waarnemingen voor barium, kobalt, molybdeen en PCB’s

In de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten en in bijlage M van de Regeling bodemkwaliteit is opgenomen, dat per zone minimaal 20 waarnemingen beschikbaar dienen te zijn. In principe geldt dat voor elke stof uit de bodemkwaliteitskaart.

Verder is in de Regeling bodemkwaliteit vastgelegd, dat in de bodemkwaliteitskaart tenminste de stoffen worden opgenomen uit het standaardpakket van NEN5740. Daarbij geldt een overgangsregeling voor stoffen die bij een wijziging van NEN5740 worden toegevoegd aan het standaardpakket.

Dit laatste is concreet het geval voor 4 stoffen die in 2008 zijn toegevoegd aan het standaard stoffenpakket van NEN5740: barium, kobalt, molybdeen en PCB’s. Tot 2008 werden bodemmonsters zelden op deze stoffen geanalyseerd en er zijn voor deze stoffen dus minder gegevens dan voor de overige stoffen.

Het overgangsbeleid voor barium, kobalt en molybdeen loopt op 1 januari 2016 af. Voor PCB’s was dit al per 1 januari 2014 vervallen. In plaats daarvan zijn specifiek voor deze 4 stoffen soepeler regels gekomen voor het aantal waarnemingen (opgenomen in zowel de bijlage M van de Regeling bodemkwaliteit als de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten).

Dit wordt op een aparte pagina uitgebreider toegelicht


Wat betekent dit voor bodemkwaliteitskaarten van Marmos Bodemmanagement?

In de praktijk heeft een deel van de zones meer dan 20 waarnemingen voor barium, kobalt, molybdeen en PCB’s en hebben sommige zones minder dan 20 waarnemingen.

Voor kobalt, molybdeen en PCB’s mag worden onderbouwd, dat deze stoffen niet van invloed zijn op de classificatie van zones. Voorwaarde is, dat voor het totale bodembeheergebied tenminste 30 waarnemingen beschikbaar zijn. Voor barium gelden sowieso geen eisen aan het minimum aantal waarnemingen, omdat de normeringen voor barium voor onbepaalde tijd zijn ingetrokken.

Bij zones met minder dan 20 waarnemingen is meestal in de rapportage een motivatie opgenomen op basis van de verder in het bodembeheergebied beschikbare gegevens, waarom de ‘nieuwe’ stoffen barium, kobalt, molybdeen en PCB’s niet klassebepalend zijn. In een aantal gevallen blijkt dit wel uit de gegevens, maar is dit niet expliciet gemaakt in de tekst.

De wijziging van de Regeling bodemkwaliteit en de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten bekrachtigt de al eerder gevolgde werkwijze en heeft dus geen gevolgen voor bodemkwaliteitskaarten van Marmos Bodemmanagement.


De maximale geldigheidstermijn van 5 jaar voor bodemkwaliteitskaarten

Een Nota bodembeheer is volgens artikel 53 van het Besluit bodemkwaliteit 10 jaar geldig:
“Het bestuursorgaan, bedoeld in de artikelen 44 tot en met 46, overweegt ten minste eenmaal in de tien jaar in hoeverre een aldaar bedoeld besluit herziening behoeft.”

Een bodemkwaliteitskaart is strikt genomen een (verplichte) bijlage bij een Nota bodembeheer. Je zou daaruit op kunnen maken dat een bodemkwaliteitskaart ook maximaal 10 jaar geldig is. Dat wordt landelijk echter toch anders gezien. Ergens in de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten –die formeel alleen gaat over de wijze waarop de bodemkwaliteitskaart wordt gemaakt- staat dat een bodemkwaliteitskaart maar 5 jaar geldig is. In verschillende Nota’s bodembeheer staat daarom over de geldigheid: de Nota bodembeheer is 10 jaar geldig, maar de bodemkwaliteitskaart wordt na 5 jaar geëvalueerd.

Met de wijziging per 1 januari 2016 staat expliciet in de Regeling bodemkwaliteit, dat de bodemkwaliteitskaart een geldigheidsduur heeft van maximaal 5 jaar. De geldigheidsduur kan worden verlengd.

In de artikelsgewijze toelichting is opgenomen, dat:

Goed voor de omzet?
Ik heb liever dat een opdrachtgever 1 x € 10.000 uitgeeft voor gedegen werk dat langer meegaat, dan 2 x € 5.000 spenderen voor half werk. Twee keer half werk maakt bij elkaar nog geen heel werk.

Goed voor de opdrachtgever?
Bij een bodemkwaliteitskaart van de landbodem worden diffuse verontreinigingen in kaart gebracht die enkele decennia tot zelfs enkele eeuwen oud zijn. Die geschiedenis verandert niet zo snel. Een landelijk voorgeschreven maximale geldigheid van 5 jaar is daarom een onnodige devaluatie van de waarde van een bodemkwaliteitskaart. En bij een aantal waterbodemkwaliteitskaarten is er juist voor gekozen om aan te sluiten bij de periodiciteit van de baggercyclus (ca. 8 jaar).

Het moment van bestuurlijke vaststelling is overigens niet de echte leeftijd van een bodemkwaliteitskaart. Het (concept)rapport is vaak al veel eerder gereed gekomen. In de vaststellingsprocedure moet een bodemkwaliteitskaart nog wel eens concurreren om prioriteit met brandjes die acuter moeten worden geblust. De bodemkwaliteitskaart is zo oud als de dataset waarop hij is gebaseerd.

Gezien de doorlooptijd in de praktijk is het voor opdrachtgevers in ieder geval zaak om ruim voor het aflopen van die termijn van 5 jaar in actie komen.

Ter indicatie de doorlooptijd van 15 gemeentelijke en regionale bodemkwaliteitskaarten (landbodem) die Marmos Bodemmanagement sinds de invoering van het Besluit bodemkwaliteit heeft opgesteld.

Doorlooptijd vanaf opdrachtverstrekking tot bestuurlijke vaststelling door de gemeenten:


Waar komt die termijn 5 jaar vandaan?
Eigenlijk is dat een erfenis uit de jaren 90 van de vorige eeuw. In de beginjaren van de bodemkwaliteitskaarten maakten verschillende provincies beleid om hergebruik van licht verontreinigde grond mogelijk te maken, omdat de landelijke regelgeving daar toen nog niet in voorzag. Destijds werd in provinciaal beleid een geldigheidstermijn van 5 jaar opgenomen. In 1999 kwam die 5 jaar termijn niet meer voor in de Vrijstellingsregeling grondverzet of de Interimrichtlijn bodemkwaliteitskaarten. Bij veel mensen is die 5 jaar echter wel in het hoofd blijven hangen.
De artikelsgewijze toelichting bij de huidige wijziging van de Regeling bodemkwaliteit vermeldt als motivatie nog het volgende: "voor deze termijn is gekozen omdat voor de actualiteit van bodemonderzoeken van dezelfde termijn wordt uitgegaan". Beleidslogica, waarvan niet alleen de vraag is of zo'n vergelijking wel op gaat. In de afgelopen decennia zijn in Nederland zeker een half miljoen bodemonderzoeken uitgevoerd. Met de data van die onderzoeken zou je specifieker kunnen maken wanneer een bodemonderzoek gerust langer dan 5 jaar geldig kan zijn, en wanneer de gegevens uit oudere onderzoeken maar gedeeltelijk van waarde zijn.


Marmos Bodemmanagement raamt omvang van humaan spoedeisende diffuse verontreiniging

17 oktober 2012

De gezamenlijke overheden hebben in het zogenaamde Bodemconvenant afspraken gemaakt over de spoedlocaties. In dit Bodemconvenant is afgesproken om de werkvoorraad aan spoedlocaties voor 1 juli 2013 in beeld te brengen, inclusief de acties en kosten om de risico's te saneren danwel beheersen voor 2013.
Bij gevoelige terreingebruiken kan ook diffuse verontreiniging met bijvoorbeeld lood boven de drempelwaarden voor een spoedeisende bodemverontreiniging voorkomen. Vraag is dus, in hoeverre ook de diffuse verontreiniging in oude stadscentra, dorpskernen en lintbebouwingen spoedlocaties oplevert. In opdracht van een omgevingsdienst gaat Marmos Bodemmanagement voor desbetreffende regio een raming maken van de omvang van de humaan spoedeisende diffuse bodemverontreiniging. Het project wordt uitgevoerd in het najaar van 2012.
Grofweg komt de aanpak neer op: